Poffertjes

Dit bericht kan partnerlinks (affiliate links) bevatten. Bekijk de Disclaimer.
Poffertjes zijn een heerlijke traditionele Nederlandse lekkernij. Het zijn net mini, luchtige pannenkoekjes. Traditioneel worden ze gemaakt met gist en boekweitmeel. Dit poffertjesrecept bevat deze traditionele ingrediënten. Poffertjes zijn heerlijk met een klontje boter en wat poedersuiker, meer heb ik niet nodig.
Als klein kind al was ik dol op deze lekkernij. Ik weet nog dat ik vroeger naar veel kinderfeestjes ben geweest waar er poffertjes of pannenkoeken op het menu stonden. Tegenwoordig koop ik ze wel eens bij een Poffertjeskraam.
Er zijn verschillende versies van poffertjes-recepten te vinden, sommige gebruiken bloem en bakpoeder of zelfrijzend bakmeel. Ik persoonlijk maak ze graag op de traditionele manier, met gist en boekweitmeel.
De Poffertjespan
Bij het maken van deze lekkernij moeten we de speciale poffertjes pan niet vergeten, met z’n kleine rondjes voor elk poffertje. Niet iedereen heeft tegenwoordig nog zo een pan, maar gelukkig zijn ze nog wel te vinden bij o.a. Blokker of Bol.com kan je de poffertjespan nog vinden. Ik heb voor dit recept bij m’n moeder de pan uit de kast gehaald 🙂
Zelf Poffertjes Maken
Voor de poffertjes heb je nodig: meel, boekweitmeel, zout, suiker, droge gist, melk en eieren (een volledige lijst van ingrediënten, inclusief de hoeveelheden, is te vinden in de receptenkaart onderaan de pagina).
Doe de bloem, boekweitmeel, zout en suiker in een kom en meng het kort met een garde.
Voeg de gist toe. Voeg vervolgens al roerende de melk langzaam toe totdat alle melk is toegevoegd. Meng het geheel tot de melk volledig is opgenomen. Voeg vervolgens de eieren toe. In dit stadium schakel ik vaak over op de staafmixer in plaats van een garde om er zeker van te zijn dat er geen klontjes in het beslag zitten. Maar als je liever een garde gebruikt, dan is dat ook prima. Zorg ervoor dat je het beslag mixt tot alles glad en volledig opgenomen is. Er mogen geen klontjes meer in het poffertjesbeslag zijn.
Dek de kom met het poffertjesbeslag af met huishoudfolie en laat het ongeveer anderhalfuur op kamertemperatuur staan. Je zal zien dat de gist in het beslag zijn werk heeft gedaan na het rusten. Als het poffertjesbeslag heeft gestaan schenk ik het over in een speciale beslag flacon of doseerfles. (Je kan deze o.a. bij de Blokker vinden). Als je geen doseerfles hebt kan je ook proberen het beslag met een kleine juslepel in de rondjes te scheppen of het beslag voorzichtig in de pan te schenken.
De doseerfles die ik gebruik heeft voor mij de perfecte opening om het beslag in de pan de spuiten.
Vervolgens is het tijd om de poffertjespan op het vuur te zetten. Zorg dat je pan goed heet is en doe boter in alle rondjes. Bak de poffertjes tot de onderkant bruin begint te worden en het beslag ‘droog’ begint te worden van boven. Draai ze dan om, ik gebruik hier graag een satéstokje voor.
Soms gebruik ik nog een tweede stokje of in dit geval een vork om te helpen de poffertjes om te draaien. Als ze te snel bruin worden doe het vuur dan wat lager. Als de poffertjes aan beide kanten goudbruin zijn zijn ze klaar. Ik gebruik de satéstokjes om de poffertjes uit de pan te ‘prikken’.
Bestrooi de poffertjes rijkelijk met poedersuiker en doe er een lekker klontje boter bij en genieten maar!
De poffertjes zijn het lekkerste om te eten als ze nog warm zijn 🙂

Prep Tijd | 10 minuten |
Kook Tijd | 20 minuten |
Passieve Tijd | 90 minuten |
Porties |
poffertjes |
- 150 gram bloem
- 100 gram boekweitmeel
- snufje zout
- 1 theelepel suiker
- 7 gram gedroogde gist
- 400 milliliter lauwwarme melk
- 2 eieren medium
Ingrediënten
| ![]() |
- Doe bloem, boekweitmeel, zout en suiker in een kom en meng het kort met een garde.
- Voeg de gist toe. Voeg vervolgens al roerende de melk langzaam toe totdat alle melk is toegevoegd. Meng het geheel tot de melk volledig is opgenomen.
- Voeg de eieren toe en meng tot je een glad beslag hebt zonder klontjes. (Je kan hier eventueel een staafmixer voor gebruiken.)
- Dek de kom met het beslag af met huishoudfolie en laat het ongeveer anderhalfuur op kamertemperatuur staan. Als het beslag heeft gestaan kan je het overschenken in een doseerfles.
- Doe de poffertjespan op het vuur en zorg dat deze goed heet is. Doe boter in alle rondjes. Bak de poffertjes tot de onderkant bruin begint te worden en het beslag 'droog' begint te worden van boven. Draai ze dan om, je kan hier een satéprikker of vork voor gebruiken. Als de poffertjes te snel bakken doe het vuur dan wat lager. Als de poffertjes aan beide kanten goudbruin zijn zijn ze klaar. Haal de poffertjes uit de pan en plaats ze op een bord.
- Bestrooi de poffertjes rijkelijk met poedersuiker en doe er een lekker klontje boter bij en genieten maar! Poffertjes zijn het lekkerst als ze nog warm zijn 🙂
- Als je geen doseerfles hebt kan je eventueel rustig het beslag in de poffertjes pan schenken of een kleine juslepel gebruiken.
Hallo, als doseerfles is ook heel goed een bidon bruikbaar.
Dank voor de tip. Daar had ik nog niet aan gedacht!
De hoeveelheid eieren zijn vergeten bij de ingredienten.
Hi Luc, er zijn 2 eieren nodig 🙂
Ik vond een zakje gist véééél teveel.. de gistsmaak overheerste enorm. Ook vond ik ze droog, ik vermoed door de boekweitmeel. ik ga een ander recept proberen.
Met zo weinig mogelijk gist dus.
Jammer om te horen dat je het recept niet lekker vond. Ik vermoed dat je de smaak van boekweit niet lekker vindt. Dit is een oud recept waar boekweit in gebruikt wordt en dat is een smaak die niet iedereen prettig vindt. Je kan eventueel de boekweit ook vervangen door bloem. Als je geen gist wil gebruiken dan kan je ook voor een recept gaan voor poffertjes met zelfrijzendbakmeel.